Solide financieel beleid met ruimte voor ambities
’s-Hertogenbosch is een financieel gezonde gemeente. Met solide financieel beleid hebben we een sterke basis gelegd voor de toekomst. Dat houden we zo in het belang van onze inwoners, instellingen en ondernemers. Want vanwege dat solide en stabiele beleid, met een aantal vaste waarden in onze uitgangspunten, gaat het in ’s-Hertogenbosch vanuit financieel oogpunt niet om de vraag óf we dingen kunnen doen, maar meer over wanneer.
Wij willen vooruitgang boeken op de grote maatschappelijke opgaven van deze tijd. Dat doen we met ambitie. Ambities die we waar kunnen maken binnen de bandbreedte van een solide financieel kader. Daarom kiezen we voor het verantwoord investeren in de toekomst van onze gemeente vanuit de volgende uitgangspunten:
De beschikbare financiën bepalen het tempo van de ambities. Daarbij proberen we zoveel mogelijk ruimte te maken voor de focus op de hoofdopgaven.
We voeren een degelijk financieel beheer met voldoende buffer om risico’s op te vangen. De normering van de algemene reserve bedraagt 15% van de algemene uitkering (exclusief sociaal domein).
Structurele uitgaven dekken we niet met incidentele middelen.
Tegenvallers worden opgevangen door ombuigingen in de uitgavenkant. Bij nieuw beleid kijken we eerst naar de mogelijkheden van oud-voor-nieuw.
Investeringen worden geactiveerd wat zich vertaalt in rente en afschrijvingen. Hierbij worden ook eventuele extra kosten voor exploitatie, onderhoud, en beheer in de rekensom meegenomen.
De lastendruk voor onze inwoners houden we in vergelijking met andere steden beperkt en ruim onder het gemiddelde van de B5 en G32.
We bestendigen de lijn over het verwerken van circulaires van het rijk en onze begrotingssystematiek om stabiliteit te houden in ons huishoudboekje.
Partnerschap en cofinanciering met rijk en regio
Veel opgaven zijn niet alleen de verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Daarom werken we actief aan het binnenhalen van subsidies en cofinanciering voor bijvoorbeeld verstedelijking en mobiliteit. Daar zijn we bij het schrijven van plannen alert op. Ook vragen we ondernemers en instanties om samen op te trekken op dossiers die in ons gezamenlijk belang zijn. Zoals een aantrekkelijk vestigingsklimaat, de transformatie in de zorg en een sterke cultuursector.
Een solide basis met ruimte voor structuurversterkende investeringen
Onze gemeente kent een goede vermogenspositie. Op risicovolle dossiers als het grondbedrijf, het sociaal domein en BUIG beschikken we daarbij over een gezonde risicobuffer. Dit zorgt voor een remweg, mochten de vooruitzichten verslechteren. Dat solide beleid bestendigen we. Daarbij spelen we middelen vrij voor grote investeringen die zowel de economische slagkracht, als de sociaal-maatschappelijke en culturele aantrekkingskracht van onze gemeente ten goede komen. Zo versterken we de basisstructuur van ’s-Hertogenbosch voor de toekomst:
De vrijvallende Essent-gelden in 2024 (31,3 miljoen) storten we voor de helft in een op te richten energiebesparingsfonds met een revolverend karakter. Hiermee versnellen we de energietransitie, helpen we mensen met het verlagen van de energierekening en borgen we dat ook komende generaties nog de revenuen van de Essent-gelden kunnen benutten. De andere helft gebruiken we voor interne financiering, waardoor we niet extern hoeven te lenen. Dat levert een structureel rentevoordeel op. Die voegen we toe aan de algemene middelen.
Om de huidige en toekomstige ambities in het structuurfonds waar te kunnen maken, versterken we de voeding van het structuurfonds. We storten in deze raadsperiode vanaf 2024 structureel jaarlijks extra middelen in het fonds, oplopend tot 1,5 miljoen extra in het jaar 2026.
De remweg van het Sociaal & Zorgfonds is fundamenteel langer geworden en meerjarig positief. De 3,9 miljoen die hier verantwoord vrijkomt (boven de streefnorm van 15% op de totale uitgaven sociaal domein) benutten we voor sociale investeringen in bijvoorbeeld de seniorenbus in Vinkel en Nuland en het volkshuisvestingsfonds.
Heffingen en lasten
Om onze ambities waar te maken, ontkomen we niet aan een stijging van de woonlasten en de toeristenbelasting. In combinatie met de energietoeslag en het kwijtschelden van heffingen voor de laagste inkomens houden we de woonlasten betaalbaar. De lastendruk blijft in vergelijking tot andere steden beneden het gemiddelde.
We gaan het volgende doen op het vlak van heffingen en lasten:
Bij de riool- en afvalstoffenheffing nemen we kwijtscheldingen op binnen het kostendekkende tarief om hiermee tot daadwerkelijke kostendekking te komen.
De OZB en de toeristenbelasting verhogen we. Het tarief voor vakantieonderkomens, mobiele kampeeronderkomens en B&B’s trekken we gelijk met hotelovernachtingen. Zo wordt de belastingdruk gelijk.
Eventuele toekomstige financiële tegenvallers worden opgevangen door eerst te kijken welk bestaand beleid we kunnen schrappen of waar we beleidsambities kunnen faseren. Daarna screenen we reserves en de mogelijkheden om inkomsten te verhogen, buiten de woonlasten die – afgezien van de inflatiecorrectie – hiermee dus vast staan voor de komende periode.
Heffingen, tarieven en leges houden we kostendekkend.
Meerjarenbeeld
We zijn ons ervan bewust dat het de komende tijd onzeker blijft hoe groot onze bijdrage uit het Gemeentefonds daadwerkelijk zal zijn. Zeker vanaf 2026 is dit het geval. Het rijk heeft in de Maartbrief Gemeentefonds 2022 inzicht gegeven in de effecten van het nieuwe regeerakkoord op het Gemeentefonds. Op basis hiervan en de actualisatie begroting 2022, is indicatief een financieel meerjarenbeeld voor onze gemeente te maken. Hierbij gaan we er nu vanuit dat de opschalingskorting vanaf 2026 niet meer terugkomt. In de bijlage zijn onze ambities uit dit bestuursakkoord financieel vertaald, passend binnen het indicatieve meerjarenbeeld dat we nu hebben. Voor het tekort in de laatste twee jaarschijven bereiden we een oud-voor-nieuw operatie voor, indien nodig. We stellen op basis van de komende meicirculaire de definitieve financiële ruimte voor de begroting 2023 vast.